De piekeraar.
Het vooruitzicht op vast werk lijkt voor een onverwacht domino-effect te zorgen: ik praat sinds kort over het aanschaffen van een auto zonder dat ik mezelf een klap geef omdat ik weer wat zit te dagdromen. Zelfs het plan om binnenkort andere oorden op te zoeken en dus het Schoonaardse thuisland te verlaten staat met stip aangeduid in mijn agenda (mocht ik die hebben). Het vervult me vreemd genoeg niet met twijfel, zoals dat vroeger wel al eens gebeurde wanneer ik belangrijke knopen moest doorhakken. Ik zou zelfs gewichtig durven zeggen dat ik volwassen ben geworden, al fluister ik dat liever.
Een jaar werkloosheid is bij nader inzien een grote zegen geweest. Het was een jaar waarin ik noodgedwongen een schakel moest omslaan en beseffen dat ik niet voor eeuwig en altijd met miniatuurautootjes kan spelen. Enerzijds is dit de meest deprimerende gedachte die een mens als ik kan overvallen, anderzijds is het naïef om te geloven dat volwassenheid geen evident vervolg van jeugdigheid hoeft te zijn. In het gelid lopen en voldoen aan de maatschappelijke normen, het klinkt niet langer zo wraakroepend als voorheen. Het klinkt waanzinnig en dat is het ook, maar ik verkies de zekerheid van voorspelbaarheid boven de twijfels van een bestaan gefundeerd met illusies. Het voorbije jaar aan de universiteit in de meest amateuristische richting van de academische wereld zullen we klasseren als een laatste uitschuiver: ik had in september al de kans gehad om de juiste weg in te slaan (door te kiezen voor – jawel – de politieschool), maar toen maakte ik de verkeerde keuze van de journalistiek. Ondanks dat ik een goed tot zelfs uitstekend resultaat verwacht, ben ik door deze opleiding geen stap verder geraakt en lummel ik maar wat aan. Deze keer moet het lukken.
Ach, wat klink ik weer zwaarwichtig terwijl het hier alleen maar gaat over een job. Honderdduizenden gaan me elke dag voor en ik lijk de enige te zijn die een dergelijke kans wens te koppelen aan levensvragen. Het is eigen aan het beestje, vrees ik. Gisteren kon ik me goed vinden in de woorden van Monica Van Paemel bij Fried’l: iemand die geboren is met een boek onder de arm staat sneller stil bij alles. Ik deel dat idee. Maar laten we het voor een keer normaal houden. Ik heb een job en daar moet ik niets anders dan blij om zijn: in hoeverre deze job aan mijn verwachtingen zal voldoen, dat is een zorg voor later.
Een jaar werkloosheid is bij nader inzien een grote zegen geweest. Het was een jaar waarin ik noodgedwongen een schakel moest omslaan en beseffen dat ik niet voor eeuwig en altijd met miniatuurautootjes kan spelen. Enerzijds is dit de meest deprimerende gedachte die een mens als ik kan overvallen, anderzijds is het naïef om te geloven dat volwassenheid geen evident vervolg van jeugdigheid hoeft te zijn. In het gelid lopen en voldoen aan de maatschappelijke normen, het klinkt niet langer zo wraakroepend als voorheen. Het klinkt waanzinnig en dat is het ook, maar ik verkies de zekerheid van voorspelbaarheid boven de twijfels van een bestaan gefundeerd met illusies. Het voorbije jaar aan de universiteit in de meest amateuristische richting van de academische wereld zullen we klasseren als een laatste uitschuiver: ik had in september al de kans gehad om de juiste weg in te slaan (door te kiezen voor – jawel – de politieschool), maar toen maakte ik de verkeerde keuze van de journalistiek. Ondanks dat ik een goed tot zelfs uitstekend resultaat verwacht, ben ik door deze opleiding geen stap verder geraakt en lummel ik maar wat aan. Deze keer moet het lukken.
Ach, wat klink ik weer zwaarwichtig terwijl het hier alleen maar gaat over een job. Honderdduizenden gaan me elke dag voor en ik lijk de enige te zijn die een dergelijke kans wens te koppelen aan levensvragen. Het is eigen aan het beestje, vrees ik. Gisteren kon ik me goed vinden in de woorden van Monica Van Paemel bij Fried’l: iemand die geboren is met een boek onder de arm staat sneller stil bij alles. Ik deel dat idee. Maar laten we het voor een keer normaal houden. Ik heb een job en daar moet ik niets anders dan blij om zijn: in hoeverre deze job aan mijn verwachtingen zal voldoen, dat is een zorg voor later.
Heel herkenbaar.
Zelfs al zou je er helemaal niets uit geleerd hebben, dan nog ondervind je aan de lijve hoe moeilijk het kan zijn om werk te vinden. Da's altijd handig om te voorkomen dat je idiote uitspraken doet zoals "Ik zou wel na een week werk gevonden hebben hoor", "je zoekt niet genoeg", "jij wil gewoon geen werk vinden" of "als je het echt wou, dan had je allang werk gevonden."
Dan heb ik nog niet eens iets gezegd over mensen die willen snoeien in de werkloosheidsuitkering. Maar ja, de beste stuurlui staan aan wal en laat ze daar maar gerust blijven staan.
» Een reactie posten