<body><script type="text/javascript"> function setAttributeOnload(object, attribute, val) { if(window.addEventListener) { window.addEventListener('load', function(){ object[attribute] = val; }, false); } else { window.attachEvent('onload', function(){ object[attribute] = val; }); } } </script> <div id="navbar-iframe-container"></div> <script type="text/javascript" src="https://apis.google.com/js/platform.js"></script> <script type="text/javascript"> gapi.load("gapi.iframes:gapi.iframes.style.bubble", function() { if (gapi.iframes && gapi.iframes.getContext) { gapi.iframes.getContext().openChild({ url: 'https://www.blogger.com/navbar.g?targetBlogID\x3d29310713\x26blogName\x3dThe+pills+must+be+working.\x26publishMode\x3dPUBLISH_MODE_BLOGSPOT\x26navbarType\x3dBLUE\x26layoutType\x3dCLASSIC\x26searchRoot\x3dhttps://thepills.blogspot.com/search\x26blogLocale\x3dnl_BE\x26v\x3d2\x26homepageUrl\x3dhttp://thepills.blogspot.com/\x26vt\x3d584163539906967170', where: document.getElementById("navbar-iframe-container"), id: "navbar-iframe" }); } }); </script>

De mannen van de nacht.

De avond, laat staan de nacht, is nog niet gevallen wanneer ik mijn Opel Corsa op de hobbelige parking op wandelafstand van de luchthaven parkeer. Als enige werknemer van het transitcentrum kan ik mijn wagen nog niet parkeren op het grondgebied van de luchthaven, maar daar komt hopelijk snel verandering in. Ik scan mezelf voorbij de wachtpost en arriveer een goede minuut later op de werkvloer voor mijn nachtelijke shift.

“Nog een goede vijf uur te gaan”. “Vijf uur, twaalf minuten om precies te zijn”, zegt mijn immer precieze collega Mark. Het is midden in de nacht en er valt weinig te beleven in het transitcentrum. Ook al tracht ik uiterlijk geen kenmerken van vermoeidheid te tonen, binnenin voel ik de slaap al knagen. Hoe ga ik dat in godsnaam vijf nachten lang volhouden? Je zit daar maar wat te zitten, wakend over de vijftig mensen die er momenteel verblijven. De meeste nachtshiften verlopen altijd zonder veel commotie, vertellen mijn ervaren collega’s. Het belang van de nacht is natuurlijk paraat zijn als er wel iets gebeurt, zoals een ontsnappingspoging. Ik blijf dus op mijn hoede, voor wat er ook kan gebeuren.

Om zeven uur ’s ochtends verlaat ik vermoeid het centrum. De terugkeer langs de autosnelweg gaat best vlot op dit uur. Ik betrap er mezelf wel op dat mijn reactiesnelheid is aangetast door lichte vermoeidheid. Maar een goede vijftig minuten later sta ik toch al aan de rand van mijn bed. Het licht valt al door het raam en de gordijnen naar binnen. Hoe ga ik in godsnaam de slaap vatten als de rest van Vlaanderen wakker wordt? Ik dommel in maar slaap niet al te vast, die eerste dag. Vijf uur en een weinig vaste slaap later ben ik alweer wakker. En nu? Wat doet een mens die om 13 uur opstaat? Ontbijten? Een middagmaal van spinazie verorberen? Mijn maag heeft nog het meest te lijden onder zo’n werkschema. Mijn allerliefste heeft voor de komende nacht een pastaschoteltje klaargemaakt. Daarom zie ik ze zo graag: waar ik niet aan denk, springt zij al gauw bij.

Het pastaschoteltje heeft gesmaakt, de volgende nacht om drie uur. Ik vind het al heel wat draaglijker om me wakker te houden. Meer zelfs, ik begin van de stilte van de nachtdienst te houden. Nog maar drie nachten te gaan achter deze, begin ik al te denken. Of hoe het woord ‘maar’ een heel nieuwe betekenis kan geven aan een voordien vervloekte zin.
« Home | Next »
| Next »
| Next »
| Next »
| Next »
| Next »
| Next »
| Next »
| Next »
| Next »

» Een reactie posten