Schaak.
Het is rustig in het transitcentrum. Door de brugdag en de feestdag van vandaag zijn er slechts enkele nieuwkomers. Gisteren nog een man uit Congo en een andere uit Kameroen, vandaag een vrouw uit het woelige Irak. Er is met andere woorden, weinig te beleven, zeker als je werkdagen van tien uur moet draaien. Wat doet een mens dan? Schaken, zo blijkt. Ik ontdekte in de kasten een bord dat nog in redelijke staat verkeerde en wat verder vond ik de nodige stukken. Toch nog een klein probleempje: een tegenstander.
Een homoseksuele Nigeriaan was de eerste die interesse toonde om een partijtje schaken te spelen. Misschien was hij meer geïnteresseerd in zijn tegenstander dan in het eigenlijke spel, maar daar dacht ik in mijn enthousiasme niet aan. Een ander probleem: de Nigeriaan wist helemaal niet hoe het spel in zijn werk ging. Een spoedcursus was dus noodzakelijk en dat ging vlotter dan verwacht. Na een goed halfuur rokeerde de man als een volleerd schaker en bedreigde hij al snel mijn koning met zijn loper.
Als voetbal de sport der koningen is, dan is schaken keizerlijk. Het is zo’n doodeenvoudig principe waar slechts enkele bewegingen per stuk mogelijk zijn en toch is het in zijn geheel zo rijk en vaak complex. Ik kan lyrisch kijken naar een wedstrijd tussen grote kampioenen en zelf minutenlang piekeren over een enkele zet (die me dan meestal in een nog slechtere positie brengt). Jammer genoeg zie ik geen enkele vordering in mijn eigen spel: ik trap nog steeds in dezelfde val om halsoverkop aan te vallen wanneer ik daar de kans toe zie in plaats van een stevige defensie op te bouwen. In de wandelgangen heb ik al vernomen dat er een collega net zo begeesterd is door het spelletje, maar net dat ietsje beter is. De persoon in kwestie leest hele wedstrijdverslagen zet voor zet na, zonder een bord voor zich te hebben. Daar gaan we ons vooralsnog niet mee bezighouden, tenzij er de komende weken geen Congolezen, Irakezen of Ecuadorianen meer arriveren. Maar die kans lijkt me onbestaande: politiek asiel blijft voor velen de eerste stap naar een vredevol bestaan waar je onbezorgd een rokade kan spelen op een zonnig terrasje, al dan niet in gezelschap van een homoseksuele Nigeriaan.
Een homoseksuele Nigeriaan was de eerste die interesse toonde om een partijtje schaken te spelen. Misschien was hij meer geïnteresseerd in zijn tegenstander dan in het eigenlijke spel, maar daar dacht ik in mijn enthousiasme niet aan. Een ander probleem: de Nigeriaan wist helemaal niet hoe het spel in zijn werk ging. Een spoedcursus was dus noodzakelijk en dat ging vlotter dan verwacht. Na een goed halfuur rokeerde de man als een volleerd schaker en bedreigde hij al snel mijn koning met zijn loper.
Als voetbal de sport der koningen is, dan is schaken keizerlijk. Het is zo’n doodeenvoudig principe waar slechts enkele bewegingen per stuk mogelijk zijn en toch is het in zijn geheel zo rijk en vaak complex. Ik kan lyrisch kijken naar een wedstrijd tussen grote kampioenen en zelf minutenlang piekeren over een enkele zet (die me dan meestal in een nog slechtere positie brengt). Jammer genoeg zie ik geen enkele vordering in mijn eigen spel: ik trap nog steeds in dezelfde val om halsoverkop aan te vallen wanneer ik daar de kans toe zie in plaats van een stevige defensie op te bouwen. In de wandelgangen heb ik al vernomen dat er een collega net zo begeesterd is door het spelletje, maar net dat ietsje beter is. De persoon in kwestie leest hele wedstrijdverslagen zet voor zet na, zonder een bord voor zich te hebben. Daar gaan we ons vooralsnog niet mee bezighouden, tenzij er de komende weken geen Congolezen, Irakezen of Ecuadorianen meer arriveren. Maar die kans lijkt me onbestaande: politiek asiel blijft voor velen de eerste stap naar een vredevol bestaan waar je onbezorgd een rokade kan spelen op een zonnig terrasje, al dan niet in gezelschap van een homoseksuele Nigeriaan.